Ontstaan en Bestaansrecht

We schrijven 1994.

Omwonenden van het Mastbos worden opgeschrikt door onheilspellende, bepaald niet natuurlijke geluiden, die uit de boezem van ons bos komen. Door merg en been gaand geluid van brute zagen, gevolgd door donderend geraas van neerstortende woudreuzen, zaaien paniek. Wat had dit te betekenen, wat was er aan de hand? Waarom was niemand op de hoogte gesteld?

Vragen die om antwoord vroegen. Met name van Staatsbosbeheer. Dit kon niet waar zijn!, waren de eerste reacties. Dit mag niet. Want wie aan ons bos komt, komt aan ons, zo lieten de gevoelens zich samenvatten.

Binnen 24 uur werd een actiegroep opgericht die onder de dreiging van een Kort Geding, landelijke publiciteit in de media én kamervragen over deze kwestie, de onaangekondigde kaalslag wist te keren. Dit memorabele etmaal zou leiden tot de oprichting van de vereniging VriendenVan het Mastbos (VVM) inmiddels omgedoopt in de stichting Vrienden Van het Mastbos en uiteindelijk tot regelmatig overleg tussen de VVM en Staatsbosbeheer (SBB).

Na 3 maanden van intensief overleg werd een convenant tussen de VVM en het SBB opgesteld waarin o.m. afspraken werden gemaakt over de houtkapfunctie en houtproductie in relatie tot het natuurbehoud en de recreatiewaarde van het historische Mastbos, met name in het vóórbos.